Voor de regio Parkstad Limburg gaf het landschap altijd richting aan de verstedelijking van de regio. Totdat Parkstad het landschap werd van de mijnindustrie. Van een verzameling dorpen in het landschap veranderde de regio naar een lappendeken van stedelijkheid. Bijna meteen na de sluiting van de mijnen in 1965 wordt het mijnverleden weggepoets, de schachten verwijderd, de locaties opgevuld. Het landschap degradeert en wordt weggegumd. Elke kern vecht voor zijn eigen overleven.
Momenteel hebben acht gemeenten de samenwerking opgezocht en samen staan ze sterker. Het gaat om de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Veel verandert er ten goede; projecten wordne ontwikkeld; waardering alom. Alleen: er ontbreekt nog steeds een duidelijke vorm en een duidelijke identiteit van Parkstad Limburg.
In ons ontwerpend onderzoek maken wij gebruik van twee invalshoeken om hierin verandering af te dwingen:
Voor de stadsregio is een groene verankering van levensbelang. Wij staan voor het ontwikkelen van groene pocketparks, lange recreatieve lijnen naar het buitengebied en strategisch geplaatste missing links in het groen-blauwe netwerk. Verder voor een kwaliteitsimpuls voor de contramal van de bebouwing: de straatruimte wordt opnieuw ingericht en wel met topprioriteit voor langzaam verkeer en het openbaar vervoer. Dit is mogelijk omdat het autoverkeer voor een groot deel over twee nieuwe ringwegen afgewikkeld wordt. Zo komen de oude tangenten tussen de dorpen vrij voor fietsers, voetgangers en de buurtbus.
De kernen krijgen in onze strategie duidelijke gebiedsprofielen die flink van elkaar verschillen. Functies in detailhandel, cultuur, sport en vrije tijd worden geclusterd en niet meer verdeeld over de dorpen aangeboden. Zo vermindert niet alleen de concurrentie tussen de kernen maar ontstaat er ook daadwerkelijk synergie op het niveau van Parkstad Limburg. Alleen daarmee zal de stadsregio een duurzam perspectief krijgen.