Waar water is wortelen mensen
Hoe kan een jaren '50'-er/60'-er jaren woonwijk een toekomstbestendige, klimaatadaptieve en waterinclusieve leefomgeving worden? Met die vraag daagde waterschap Vallei en Veluwe ons uit in een ontwerpwedstrijd.
Waterschappen werken elke dag aan het klimaatbestendig en waterinclusief maken van woonomgevingen. In zijn werkgebied ziet waterschap Vallei en Veluwe een grote uitdaging in de wederopbouwwijken die de jaren '50 en '60 typeren. Herkenbaar aan hun gestempelde bebouwing met herhalende patronen van rijtjeshuizen en hoogbouw, zijn ze vandaag de dag zijn ze toe aan actualisering. Om daar op een vernieuwende en creatieve manier op in te springen, nodigde het waterschap vier ontwerpbureaus uit om, elk gekoppeld aan een woningcorporatie, een wijk opnieuw te ontwerpen.
Soester Eng
OD205 werd een team met woningcorporatie Portaal en samen bogen we ons over de wijk Smitsveen in Soest. Een wijk met bijzondere betekenis voor OD205, want Smitsveen werd eind jaren vijftig van de vorige eeuw ontworpen door een van de oprichters van het bureau: Sam van Embden. Een mooie uitdaging om terug te keren naar deze wijk en ze met de blik van vandaag te herontwerpen voor morgen.
Het dorp Soest ontstond aan de voet van de Soester Eng, een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. De naam 'Smitsveen' herinnert er nog aan dat de wijk in een veengebied is gebouwd, maar een laag bouwzand van ruim 2 meter op het oorspronkelijke veen geeft de wijk eerder een droge ondergrond dan een natte. Speciale aandacht in het herontwerp gaat uit naar het watersysteem en specifiek: regenwater. De ontwerpwedstrijd was tenslotte uitgeschreven door een waterschap. Onder de Eng ligt een zoetwaterbel, die de inwoners van Soest voorziet van drinkwater. Om de zoetwaterbel te blijven voeden, is het belangrijk dat regenwater erin kan infiltreren.
Van analyse naar uitgangspunten
Kijkend naar het watersysteem, parkeren en vooral naar de menselijke maat in Smitsveen, brainstormden we over concepten voor het herontwerp. Uit ideeën voor Smitsveen als woonlandschap, waterlandschap, polderlandschap of Eng-landschap, destilleerden we de uitgangspunten voor ons ontwerp. Zo vonden we het belangrijk om regenwater te gebruiken voor speelplekken waar kinderen water kunnen ervaren. Ook moet al het regenwater welkom zijn in de wijk en in de wijk blijven en zichtbaar zijn in de openbare ruimte.
Gecombineerd met de sociale doelen van woningcorporatie Portaal voor Smitsveen kwamen we tot de gezamenlijke ontwerpopgave om ontmoetingsplekken te ontwerpen op basis van regenwater. Daarvoor maakten we de openbare ruimte wat kleiner dan deze nu is, maar wél met meer kwaliteit. Nieuwe waterpartijen, bomen en groen zorgen voor meer koelte in hete zomers. Door nieuwbouw toe te voegen, maken we het woningaanbod in de wijk rijker en diverser. Nieuwe architectuur maakt de uitstraling van Smitsveen ook aantrekkelijker en eigentijdser.
Waterplein verbindt
Een waterplein wordt de centrale plek in Smitsveen. Hier worden de bestaande infiltratiekratten aan de Smitsweg bovengronds gehaald. Buffering van regenwater wordt zo heel tastbaar in de wijk. Het waterplein verbindt de lokale voorzieningen met elkaar en brengt mensen samen. De laagbouw in Smitsveen krijgt in ons herontwerp een collectief erf en de hoogbouw een collectieve tuin. Bij de buurtwaterton komen wijkbewoners samen om water te halen voor de planten.
Om de openbare ruimte in Smitsveen levendiger en minder anoniem te maken, verplaatsen we bergingen van de begane grond naar centrale plekken op de verdiepingen. Dat levert ruimte op voor studio’s en split-levelwoningen, waarvan de entrees aan beide kanten van de begane grond komen. En de auto doet merkbaar een stap terug in het straatbeeld door de indeling van de parkeerplaatsen niet meer af te laten hangen van de aantallen en maten van de voertuigen, maar van de bestaande bomen.
Jury
Met een filmpje en posters presenteerden we onze ideeën aan de jury van het waterschap. Een ander team ging met de prijs naar huis, maar het ontwerp dat we met Portaal maakten, kreeg van de jury een eervolle vermelding voor de sterke analyse en verbeelding van het water en bodemsysteem. Sterk vond de jury dat ons team ervoor gekozen had het waterprobleem niet langer af te wentelen op een andere wijk, maar om het in de wijk zelf op te lossen. De jury was ook erg te spreken over de visualisaties en vond dat het plan serieus ingaat op het verdichtingsvraagstuk.
Lessen voor stempelwijken
Het herontwerpen van Smitsveen smaakte voor OD205 absoluut naar meer. Want er zijn nog tal van andere wederopbouwwijken in Nederland die inmiddels ingehaald worden door de veranderende tijd. Klimaatbestendigheid, sociaal weefsel, veranderde woon- en vervoersbehoeften maken dat de naoorlogse wijken toe zijn aan een update. Hoewel de woningen er vaak ruim zijn, is de woningvoorraad eenzijdig en zijn de woningen verouderd en niet duurzaam. De eenheid in architectuur geeft de wederopbouwwijken een monotone uitstraling.
Jaren ‘50 en ’60 wijken zijn echte gezinswijken. Tegenwoordig kennen ze vaak een multiculturele samenstelling. Er wonen relatief veel mensen met een laag inkomen en bewoners voelen zich meestal niet echt verbonden met elkaar. Toch wonen ze graag en vaak ook lang in hun wijk, ondanks het negatieve imago dat wederopbouwwijken meestal hebben. Rond de gebouwen in wederopbouwwijken liggen meestal grote groene ruimtes, maar met de veelal gesloten plinten voelen de openbare ruimtes toch anoniem en soms zelfs onveilig aan. Ondanks de vele mooie volwassen bomen is de inrichting van het openbaar gebied in veel wederopbouwwijken verouderd en wordt de menselijke maat er gemist.
Net als Smitsveen zijn veel wederopbouwwijken gerealiseerd op een flinke laag dekzand. Dat bepaalt de manier waarop regenwater in deze wijken verwerkt wordt, zeker nu piekbuien als gevolg van de klimaatverandering meer en meer voorkomen. Zandgronden voeren water snel af. Dat is gunstig bij harde regen, maar in combinatie met een gemengd rioolsysteem ontstaan ook gemakkelijk watertekort en lage grondwaterstanden in tijden van droogte. Gevolgen die voor bewoners weliswaar onzichtbaar zijn, maar die zich wél laten voelen in de vorm van hittestress. Al met al waardevolle lessen die Smitsveen ons leerde waarmee we ook elders in het land de verouderde wederopbouwwijken weer toekomstperspectief kunnen geven.